Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen kloofde God de [33]holle plaats, die in Lechi is, en er ging water uit van dezelve, en hij dronk. Toen kwam [34]zijn geest weder, en hij werd [35]levend. Daarom noemde [36]hij [37]haar naam: [38]De fontein des aanroepers, die in Lechi is, tot op dezen dag. 33. Het Hebreeuwse woord [komende van stoten, stampen] zou eigenlijk een mortier betekenen, en zo voorts een holligheid, of holle plaats, die men ten aanzien daarvan met een diepen en hollen mortier kan vergelijken; zie hetzelfde Hebreeuwse woord Spreuk.27:22; Zef.1:11. Sommigen verstaan hier een baktand, van des ezels kinnebak, of de holligheid daarvan. Doch het Hebreeuwse woord wordt in die betekenis nergens meer gevonden. 34. Die vanwege den dorst scheen uit hem te zullen gaan, daar hij vreesde van dorst te zullen versmachten en sterven. 35. Dat is, verkwikt, fris, wakker. 36. Te weten, Simson, tot een teken van dankbaarheid tot God en een gedachtenis dezer victorie bij Israel. 37. Den naam der fontein. 38. Hebreeuws, en Hakkore.